![]() |
De smederij onder de Gaardbrug (©Frank Kaiser) |
---|
Toen ik op de Gaardbrug op het terras zat, klonk er vanuit een werfkelder aan de overkant plotseling een driftig gehamer.
Omdat ik mijn koffie op had, ging ik eens kijken. Onder aan de werftrap, precies onder de Gaardbrug, daar kwam al dat gehamer en geklop vandaan. Het was een zilversmid, die zich net in deze werfkelder gevestigd had. Nieuwsgierig geworden ging ik naar binnen. In de vitrines stond bijzonder smaakvol smeedwerk, de moeite van het bekijken waard. (stijl: Jan van Nouhuys). Loopt U daar eens binnen en vraag dan hoe dat smeden in zijn werk gaat. U bent er van harte welkom en men is graag bereid uit te leggen hoe een zilversmid zo'n vaas of kandelaar maakt. Zo wordt duidelijk dat de naam zilversmid of goudsmid niets zegt over het metaal, maar over de producten die gemaakt worden. Als de smid grote voorwerpen zoals schalen, bokalen enz. maakt, dan is het een zilversmid. Ook al gebruikt hij koper. Als hij kleine siervoorwerpen en of sieraden maakt, dan is hij een goudsmid. Een zilversmederij heeft veel meer weg van een echte smederij.
Utrecht is in de zilversmederij ooit een belangrijke stad geweest. Er waren in de 15de eeuw wel 67 goudsmeden in Utrecht en Amsterdam bijvoorbeeld 11. Dat is daarna snel veranderd. Zo waren er in de 16de eeuw 101 in Utrecht en 145 in Amsterdam.
Het Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum was in Utrecht gevestigd, maar door matige ondersteuning is dit in 1978 naar Schoonhoven verhuisd.
De beroemdste zilversmeden uit Utrecht waren de gebroeders van Vianen van begin 17de eeuw. Paulus van Vianen werd zelfs benoemd tot Kammergoldschmied aan het hof van keizer Rudolf II in Praag. Zij ontwikkelden het 'kwabwerk', een nieuwe vormgeving voor de zilversmeden. Het waren grillige en weke, organische vormen die in gedreven zilver heel goed tot hun recht kwamen. Die kwabstijl werd toen 'snakerijen' genoemd.
![]() |
Schoorsteen in de Keizerstraat (©Frank Kaiser) |
---|
Er zijn zilversmeden van wie we nog steeds sporen in de Binnenstad aantreffen. Een van de eersten waar ik aan denk is Brom's Edelsmederij. Gerard en Jan Hendrik Brom hadden ˇˇn van de belangrijkste smederijen voor rooms-katholiek edelsmeedwerk in de eerste helft van de twintigste eeuw. Ze maakten bijvoorbeeld veel van het edelsmeedwerk van de neogotische Willibrorduskerk (1877) in de Minrebroederstraat.Mar uit hun smederij kwamen ook de lichtkronen in het paleis op de Dam, het beeld aan de Utrechtse Stadsschouwburg en het erezwaard voor Eisenhower. De gebroeders Brom hadden een van de belangrijkste smederijen voor
Hun zoons zetten het bedrijf voort en er kwam zelfs een bronsgieterij bij. Zij produceerden werkelijk enorm veel, zoals beelden, liturgisch vaatwerk, tabernakels, doopvonten enz. Heel bekend zijn het beeldje en de fontein in de pandhof van de Dom, een ontwerp van Jan Brom. Het beeldje op de fontein is een afbeelding van de kanunnik Hugo Wstinc die in 1342 een rechtsboek schreef om het Domkapittel beter vertrouwd te maken met de rechten. Je ziet hem dan ook schrijvend aan zijn rechtboek afgebeeld. Brom heeft dat prachtig weten te verbeelden. De smederij fabriceerde niet alleen nieuwe voorwerpen, maar deed ook restauraties.
![]() |
Oudkerkhof: Juwelier Bergeer, thans kledingzaak (©Frank Kaiser) |
---|
Aan het bedrijf van de gebroeders Brom herinnert vooral nog de schoorsteen in de Keizerstraat. Het pand was een tijd gekraakt, is daarna gerestaureerd en wordt thans bewoond. Aan de Drift 15 is nog een door Pieter d'Hont vervaardigde gevelsteen aangebracht. De jammer genoeg nauwelijks leesbare tekst, met daarbij het gereedschap van de zilversmid, herdenkt de drie generaties Brom. In 1962 sloot het bedrijf de deuren.
Een andere bekende smederij is die van Begeer, die op het Oudkerkhof een juwelierswinkel opende om hun producten te verkopen (inmiddels een kledingwinkel). De pui was een ontwerp van Rietveld , uit de tijd dat hij nog ge•nspireerd was door de Amsterdamse school. De figuren in de gevel hebben allemaal betrekking op zilversmeden. In de vensterbank staat 'Juwelier Begeer'. Tegenover de winkel zat vroeger nog een juwelierszaak van Begeer. Dit was de winkel van Carel Begeer, een neef/halfbroer van Cornelis (die van het Rietveld-pand). De twee Begeers hadden ruzie. Men sprak in Utrecht dan ook van Begeer links en Begeer rechts.